Huisvesting

Ezels hebben het hele jaar door behoefte aan een waterdichte en tochtvrije stal met een droge bodem. Omdat de ezel geen waterdichte vacht heeft is het absoluut noodzakelijk dat het dier een waterdichte stal heeft om te schuilen bij regen. De stal dient ook tochtvrij te zijn, d.w.z. één deur kan eventueel geopend blijven, maar de dieren moeten uit de tocht kunnen gaan staan. Het is zeer belangrijk voor de hoeven van de ezel dat ze een droge stal hebben, zodat hun hoeven kunnen uitdrogen na een dag in het ‘natte’ gras te hebben gelopen. Tijdens de winter is het van belang dat de dieren in een droge stal hooi kunnen eten.

De stal hoeft niet groot te zijn, maar moet wel voldoende bewegingsruimte per dier bieden (ong. 3 m² per ezeltje). Dankzij hun wintervacht hebben de ezels niet vlug kou als ze droog en tochtvrij kunnen staan. Als het echt hard gaat vriezen (kouder dan -5 °C) is het toch best om de deur van de stal ’s nachts dicht te doen zodat de dieren beter beschermd zijn.

Ezels hebben als oorspronkelijke biotoop warme en droge streken rond het Middellandse Zee gebied.  Ze houden van nature niet van koude, natte winderige weersomstandigheden.

Wil je een stal bouwen informeer altijd eerst bij de gemeentelijke stedenbouwkundige diensten.  Is dat ok dan kan je aan de slag.   Wat wordt je stal ? Stenen bouwwerk, betonstal of houtbouw.  Vergeet niet bij houtbouw dat ezels soms uit verveling héél graag gaan bijten aan al wat hout is.   Dus het hout beschermen aan de binnen- en buitenzijde is bijna altijd een noodzaak.  De binnenzijde kan je altijd afschermen met vlakke platen, hoekprofielen in alu of pvc enz.   Buitenzijde van de stal ook best buiten het bereik van je langoren houden. Er bestaan soms ezels die houtbouw ongemoeid laten, maar dit zijn echt wel uitzonderingen.

Een stal moet minimaal aan drie zijden gesloten zijn zodat onze dieren steeds uit de tocht kunnen staan.   Onthoud ook dat ezels beter tegen koude kunnen dan tegen gesloten vochtige stallen.  Je hoeft de stal tijdens de winter niet vorstvrij te kunnen houden, maar wees alert dat er zich geen condens gaat vormen.  Een vochtige omgeving is een broeihaard voor bacteriën en kan je ezel ziek maken.  Isolatie is soms heel nuttig, maar dan vooral tijdens warme zomerdagen.  Ezels vinden het zalig tijdens warme dagen wat koelte te kunnen opzoeken.    De vierde zijde van de stal gesloten maken is wel nuttig zodat je ook bij gelegenheid je ezels kan opsluiten (bv. bij dierenartsbezoek e.d.).   Let wel op met bouwreglementen.  Er is een heel verschil tussen een schuilhok (drie zijden dicht) en een stal (vier zijden gesloten met deur).

Let er bij de bouw op dat de stalopening niet uitgeeft op noordelijke of oostelijke zijde, dit i.v.m. koude winterwinden uit die richtingen.  Ook westelijke richting is best te vermijden wegens regeninslag.   Dus opening op zuidelijke richting is ideaal.   Een overdekte uitloop voor de stal zal door je ezels zeker gewaardeerd worden tijdens regenachtige dagen.

De grootte van je stal is natuurlijk afhankelijk van het aantal dieren dat je wil gaan houden en van de schofthoogte van je dieren.   Het is nogal logisch dat twee ezeltjes van klasse 1 (schofthoogte minder dan 91.5 cm) minder ruimte nodig hebben dan grote ezels.

Wat staloppervlakte betreft bestaat er een formule : (schofthoogte x 2)² .  D.w.z. een ezel van 90 cm schofthoogte heeft een stal nodig van (0,9 x2)² = 3,24 m².  De kortste zijde van de stal moet altijd minimaal 1,5 x schofthoogte zijn .  Dus voor ons voorbeeld 1,35 m br x 2,4 m l = 3,24 m².  Voor een ezel dat moet bevallen moet je deze waarden maal 1,3 doen.

Let op dat de stal echt niet te klein is, tijdens een rolbeurt moet het dier volledig kunnen over draaien.

Naast stalruimte heb je natuurlijk ook nog voederopslagruimte nodig.  Hooi, strooisel en droogvoer moet je natuurlijk in een droge ruimte kunnen bewaren.

Zorg er ook voor dat je een degelijke verlichting aanbrengt in de stal.  Is altijd makkelijk tijdens de donkerste winterdagen.   Stalramen kan je in elke doe-het-zelf kopen tegen schappelijke prijs.  Ze hebben het voordeel dat je ze op kipstand kan plaatsen zodat je de nodige ventilatie kan geven.

Helemaal ideaal is dat je naast voederruimte en stalruimte ook een zieke box kan voorzien.  Dit is geen overbodige luxe wanneer een merrie moet bevallen bijvoorbeeld of wanneer één van je dieren hoefbevangen staat.   Uiteraard gaan we nooit uit van zieke dieren maar wie dieren houdt, moet hier toch wel rekening mee houden.

De vloer kan bestaan uit aarde, betonklinkers, kleiklinkers of uit beton.  Best lichtjes hellend maken zodat natte mest naar één zijde kan afvloeien.  Harde materialen hebben de voorkeur op aardevloer omdat je deze regelmatig kan reinigen en ontsmetten.  Staldeuren moeten voldoende hoog zijn en toch ongeveer 1 m à 1,2 m breed zijn.   Zo is er voldoende ruimte wanneer je ezels met twee tegelijk naar buiten zouden willen en zo heb je voldoende ruimte om met een kruiwagen vol mest met enig comfort de stal te verlaten.

Wat in een stal zeker niet mag ontbreken zijn voederbakken, een drinkbak en een hooiruif.  Enkele bindringen zijn zeker geen overbodige luxe.

Naast de stal heb je natuurlijk ook nog een weide nodig.   Ook hier is weer de oppervlakte afhankelijk van het formaat ezels dat je wil gaan houden.   Voor twee ezels klasse 2 (92 à 105 cm schofthoogte) heb je minimaal zo’n 20 are weide nodig.  Weerom voor een mini dus iets minder weide nodig, voor een groot klasse (4) ruim wat meer ruimte.  Een regel is dat je per hectare (10.000 m²) 1000 kg ezelgewicht kan laten begrazen, in deze regel wordt wel op eigen weide hooiland voorzien.  Koop je hooi aan kan je eerder de regel toepassen 1700 kg ezelgewicht per hectare weide.

Een ezel (minder dan 91,5 cm schofthoogte) weegt zo’n 90 à 120 kg.

 (92 tot 104 cm) weegt zo’n 130 tot 180 kg

 (105 tot 119 cm) weegt algauw zo’n 180 tot 230 kg

 (+120 cm ) weegt naargelang het type 250 tot 450 kg.

Een andere regel is de boerenwijsheid dat te veel graasweide schadelijker is dan te weinig graasweide.  Je kan dit altijd oplossen door partieel te laten begrazen. Naast stalruimte, voederopslagplaats en weide is er nog een opslagplaats nodig voor mest.  Vraag ook hieromtrent uitleg bij je gemeentelijke dienst want er bestaan héél strenge regels over mestopslag.